Ademhalingstechnieken

De kalme ademhaling (calm breathing)
  • Ga ontspannen in een lekkere stoel of op de bank zitten en ondersteun je hoofd en nek met kussens.
  • Laat je hoofd rustig voorover naar je borst hangen, of leg het op de kussens achter je.
  • Laat je oogleden zachtjes dichtvallen, forceer het niet.
  • Houd je mond ontspannen gesloten, met de lippen losjes op elkaar.
  • Plaats het puntje van je tong tegen de plek waar je boventanden en gehemelte samenkomen en voel hoe de heerlijke ontspanning zich door je lichaam verspreidt.
  • Adem kort in door je neus: tel in je hoofd: ‘in-2-(3-4)’. Voel hoe je buik opbolt terwijl je de lucht langs de achterkant van je keel naar binnen zuigt. Houd even vast.
  • Zeg terwijl je uitademt in je hoofd: ‘uit-2-3-4-(5-6-7-8)’. Adem niet uit door je mond (tenzij je snipverkouden bent). Terwijl je langzaam door je neus uitademt, stuur je de energie van de ademhaling naar beneden langs de achterkant van je keel, waarbij je je schouders laat zakken. Adem je lichaam naar beneden toe in ontspanning. Laat alle spanning los. Het is de bedoeling dat je twee keer zo lang uitademt dan dat je inademt.

Om te checken of je de oefening goed doet, leg je je linkerhand op je buik en je rechterhand op het onderste deel van je borst. Als het goed is voel je je linkerhand op een inademing omhoog komen, alsof je buik wordt opgeblazen als een ballon. Op een uitademing voel je je handen naar elkaar toe vouwen in de plooi die tussen je borst en je buik ontstaat.
Als je deze ademhaling onder de knie hebt hoef je niet meer mee te tellen in je hoofd. Als je dit een paar keer hebt gedaan kun je je lichaam al in een diepe staat van ontspanning brengen en kun je met de verdiepingstechnieken aan de slag.

Deze techniek gebruik je steeds als je een ontspanningsoefening gaat doen. Het is ook dé manier om je te kunnen blijven ontspannen tussen de golvingen door tijdens het geboorteproces.

Golfademhaling (surge breathing)

De golfademhaling (surge breathing) is een lange, rustige inademing die je helpt samen te werken met iedere golving. Deze is dus specifiek voor gebruik tijdens de geboorte. Dat vraagt om oefening. Er MOET daarom ook iedere dag aan gewerkt worden. Een paar minuten nadat je wakker wordt in de ochtend en voor je in slaap valt ’s avonds is al voldoende.

  • Rug- of zijligging. Leg je handen op je buik. Adem even uit om je longen en neus vrij te maken.
  • Werk uitsluitend met het geboortelichaam; de rest van het lichaam is slap en los. Maximaliseer de golving door lange, langzame inademing vanuit de buik.
  • Terwijl je inademt, duw je je buik omhoog, alsof je van binnen een ballon oppompt.
  • Tel in gedachten snel tot twintig (en verder).
  • Adem langzaam uit, tot hetzelfde getal, terwijl je rustig naar beneden en in de vagina ademt. De rest van het lichaam blijft stil en los, niet stijf, de schouders openen naar buiten. Op een gegeven moment kun je de getallen laten varen en je aandacht enkel richten op het ademen, laat de inademing even lang duren als de uitademing.
  • Let erop dat je de lage buikspieren gebruikt bij het inademen.
  • Visualiseer het barende lichaam als een kom die de baby omhult.
  • Het barende lichaam pulseert en duwt de baby zachtjes naar buiten.
  • Vermijd korte, stotende ademhaling en borstademhaling, houd nooit je adem in. Als er een tweede ademhaling nodig is, begin je gewoon opnieuw.

Stuur je adem en je gedachten naar je baby. Deze ademhaling zal jou naar de ultieme staat van ontspanning brengen. Hierdoor kun je jezelf toestaan dieper te gaan met iedere golving, terwijl de baby verder indaalt aan het einde van de verdunnings- en openingsfase.

Je zult in plaats van naar boven naar beneden willen gaan ademen. Je hoeft niet aan te kondigen dat je voelt dat de baby er nu aankomt. Laat deze fase als vanzelf overgaan in de geboorteademhaling zonder verstoring of aanwijzingen van iemand anders dan jouw geboortepartner.

Geboorteademhaling (birth breathing)

De geboorteademhaling wordt gebruikt bij volledige opening of aan het einde van de verdunnings- en openingsfase. Deze techniek dient dagelijks te worden geoefend bij de stoelgang. Zo krijg je het ‘gevoel’ te pakken. Het is nuttig dat de geboortepartner deze ademhaling ook kent zodat hij of zij de techniek kan ‘influisteren’.

  • De ademhaling wordt nu naar beneden gericht. Jouw lichaam voelt de behoefte om naar beneden te ademen. Je gaat in een heel diepe ontspanning.
  • Je werkt samen met jouw baby aan de geleidelijke afdaling langs het geboortepad.
  • Je volgt je lichaam en geeft zelf het tempo van de ademhaling aan (Mother-Directed Birthing, in plaats van de eventuele aanmoediging om te persen).
  • Leun wat achterover (je rug in een hoek van 45°) of kies een andere prettige houding; korte inademing en lange uitademing, stuur energie naar beneden en naar voren (in een J-vorm) richting de uitgang van de vagina.
  • Adem uitsluitend naar beneden gedurende een golving; volg je lichaam en de baby. Terwijl je je adem naar beneden richt, duw je zachtjes met iedere ademhaling de baby naar beneden.
  • De mond ontspannen, lippen losjes open. Niet uitademen door de mond.
Ontspan

Herhaal tijdens een golving enkele keren de geboorteademhaling, houd de ademhaling enkele seconden vast en duw daarmee de baby zachtjes naar beneden.

Blijf ontspannen om niet in de ‘perstoestand’ te komen. Het lichaam kan worden geleerd om de natuurlijke pulseringen te behouden of weer terug te krijgen doormiddel van de kalme ademhaling, om een eventueel geforceerd persen te kalmeren. Het is belangrijk om niet in het geforceerd persen terecht te komen omdat dat niet gemakkelijk teruggedraaid kan worden als het eenmaal begonnen is. Het barende lichaam doet al het ‘ademwerk’.