Je bekkenbodem (spieren)

De bekkenbodemspieren bevinden zich aan de onderkant van je bekken en vormen als het ware een hangmatje onderaan je romp. Ze hebben verschillende belangrijke functies:

  1. Reguleren van het openen en sluiten van de plasbuis, vagina en anus.
  2. Ondersteunen en dragen van je organen, zodat ze niet verzakken.

De bekkenbodemspieren zijn flexibel en sterk. Als ze niet voldoende getraind worden, kunnen ze verzwakken. Aan de andere kant kunnen ze ook te gespannen worden als ze te veel getraind worden.

Tijdens de zwangerschap worden je bekkenbodemspieren flexibeler en zachter, wat gunstig is voor een soepele bevalling. Echter, na de bevalling kan dit problemen veroorzaken. Hoe zachter en flexibeler je bekkenbodem is, hoe minder stabiliteit je ervaart. Het is daarom belangrijk om bewust te zijn van je bekkenbodemspieren, en dit doen we in combinatie met ademhalingstechnieken.

Bij het inademen spant je middenrif zich aan en zakt naar beneden. De bekkenbodemspieren reageren hierop door te ontspannen en ook naar beneden te zakken. Bij het uitademen keert dit proces zich om. Het middenrif ontspant en komt omhoog, terwijl de bekkenbodem aanspant en omhoog komt.

Maar wat als de bekkenbodemspieren te gespannen zijn? Wat is het effect op de werking van het middenrif en het diepe stabilisatiesysteem van het lichaam? Dit vermindert het vermogen van het middenrif om zich aan te spannen, waardoor diep ademen moeilijker wordt.

Zelfs een lichte spanning in de bekkenbodem kan al leiden tot een oppervlakkig ademhalingspatroon. Dit oppervlakkige ademhalingspatroon zorgt er op zijn beurt voor dat de bekkenbodem nog meer spanning vasthoudt en steeds minder goed functioneert. Het is daarom essentieel om dit patroon te doorbreken en te werken aan een gezonde balans in de bekkenbodem.

Zo zien je bekkenbodemspieren er in detail uit.