Vermijden van kunstmatig inleiden

Slechts een klein percentage baby’s wordt geboren op de uitgerekende datum. Beter is het om twee weken voor en twee weken na deze datum als marge te nemen en te spreken van een uitgerekende maand.

  • De datum wordt uitgerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie, maar niet iedere vrouw heeft een cyclus van 28 dagen.
  • Eerste kindjes worden gemiddeld met 41,3 weken geboren.
  • Er is pas sprake van ‘over tijd’ als er 42 weken voorbij zijn.
  • Als moeder en kind in goede gezondheid verkeren en de prenatale onderzoeken geven geen reden tot bezorgdheid, dan is inleiding niet nodig. Na 40 weken wordt vaak aanbevolen om de gezondheid van de baby te beoordelen door middel van echo’s.
  • Zelfs de Wereldgezondheidsorganisatie trekt de betrouwbaarheid van de het meten en ‘wegen’ van baby’s met behulp van echo’s of voelen in twijfel. De enige manier om de grootte van de baby met zekerheid vast te stellen, is deze te wegen na de geboorte.
  • Doorgaans krijgt een vrouw een kind dat qua grootte bij haar past. De baby weet wanneer te komen en mag zelf zijn verjaardag bepalen!
Chemische stoffen bij inleiden

Chemische stoffen die gebruikt worden om de bevalling kunstmatig op gang te brengen, zijn niet dezelfde als de natuurlijke stoffen die het lichaam zelf produceert. Ook zijn de weeën die hiervan het gevolg zijn niet te vergelijken met die bij een natuurlijke bevalling. Zij kunnen het geboorteproces vanaf het begin in de war sturen, met als gevolgd verdere interventies.

Speciale omstandigheden die kunnen ontstaan bij chemische inleiding:
  • Een langdurige bevalling, met name als de baarmoedermond nog erg onrijp is. Soms wordt geen volledige ontsluiting bereikt en moet een keizersnede verricht worden.
  • Een uitgezakte navelstreng. De navelstreng komt dan door de baarmoedermond langs het hoofdje of de stuit van de baby naar buiten. Meestal moet er dan een keizersnede verricht worden.
  • Beschadiging van de placenta of de baarmoeder door het inbrengen van een drukkatheter.
  • Door hyperstimulatie (over stimulatie) ontstaan te veel weeën. Soms kan de baby hier niet goed tegen en moet er een keizersnede verricht worden.
  • Er kan een infectie van de baarmoeder ontstaan.

Inleiden zou alleen geadviseerd moeten worden als er een echte medische noodzaak is in verband met moeder en/of kind.

Natuurlijke manieren om het baringsproces op gang te brengen:
  • Ontspannen;
  • Heet en gekruid voedsel (oregano en basilicum), Mexicaans/Italiaans;
  • Vrijen, zoenen, knuffelen, strelen, tepel- of clitorisstimulatie, orgasme;
  • Seks (mits de vliezen nog intact zijn), zaad bevat prostaglandine, een hormoon dat de baarmoedermond helpt verzachten/verweken;
  • Acupressuur;
  • Acupunctuur;
  • Loslaten van angst, ontspannen met ‘De reis met de luchtballon’.
  • Neem een warm, ontspannend bad terwijl je ‘De opengaande bloem’ visualiseert;
  • Visualiseer de werking van de baarmoederspieren;
  • Stimuleer je tepels en adem naar beneden naar je vagina;
  • Wandelen;
  • Dadels: vanaf zesendertig weken zwangerschap zes dadels per dag. Dit helpt bij het verstrijken en openen (Razali, N., et al. 2017). Volgens het onderzoek duren de geboortes een aantal uur korter. Tevens helpt het eten van zes dadels direct na de bevalling het bloedverlies te verminderen.

LET OP!

Wanneer neem je onmiddellijk contact op met jouw zorgverlener?

  • Als de golvingen uitblijven nadat de vliezen losgelaten hebben. Vijftig procent van de geboortes start na 24 uur, dus iets meer tijd vragen en wachten zou een optie kunnen zijn, mits moeder en kind het goed maken.
  • Zorgelijke gezondheid van de moeder.
  • Vliezen zijn geopend en het vruchtwater ruikt vies, is niet helder, groen bruine substantie met stukjes erin (anders dan huidsmeer/vernix).
  • Verandering in de beweging van baby.
  • Hevige, aanhoudende hoofdpijn, duizeligheid, een waas of vlekken voor de ogen.
    De moeder heeft rillingen of koorts.
  • De navelstreng is uitgezakt. In dat geval moet de moeder gaan liggen met de billen omhoog. Onmiddellijk het noodnummer bellen.
  • Vaginale of anale bloedingen.
  • Golvingen die te vroeg komen – drie weken of meer te vroeg.
  • Ernstige zwelling van enkels, handen, gezicht of voeten.
  • Ongewone pijn in onderbuik of vlak onder de ribben.
  • Buitensporig en continu overgeven of diarree.
  • Als de moeder ’s nachts niet kan slapen en/of haar gedachten/zorgen niet onder controle heeft. Bespreek dit zo snel mogelijk met je zorgverlener.
  • Gedachten over jezelf of je baby iets aandoen/zelfmoordgedachten (onmiddellijk het noodnummer bellen).
  • In alle gevallen dat jullie je zorgen maken of twijfelen!